Wat is jouw band met RINO Zuid?
“Vanaf het moment dat ik afstudeerde in de psychologie heb ik samengewerkt met RINO Zuid. Ik ben al vroeg het onderwijs ingerold. Eerst als docent en later als hoofddocent. Ook heb ik zelf onderwijs gevolgd bij RINO Zuid en ben ik lid van EPO (Expertpanel Persoonlijkheid & Ouderen), dat RINO Zuid als ruim 10 jaar faciliteert. Er is dus sprake van een jarenlange verbinding.”
Waar heb je het meeste zin in?
“Het samen doorontwikkelen en verder verfijnen van het onderwijscurriculum, waarbij ik, nog duidelijker, de link met de wetenschap en de praktijk zou willen leggen. Als hoofdopleider krijg ik de kans om na te denken over de optimale vorm van onderwijs. En niet alleen binnen RINO Zuid. Ik ga ook landelijke afstemming zoeken. Op het gebied van toetsen bijvoorbeeld. Dat vind ik ontzettend interessant.
Wat ik erg leuk zou vinden is om als hoofdopleider aan de slag te gaan met richtlijnen. Ik kom uit de ouderenzorg, waar tot voor kort weinig richtlijnen waren doordat er relatief weinig praktijkgericht onderzoek voorhanden was. Richtlijnen spreken elkaar soms ook tegen. Vragen die hierbij een rol spelen zijn onder meer: Op welke studies zijn de richtlijnen gebaseerd? Met welke wetenschappelijke bewijskracht? En hoe zijn de onderzoeksbevindingen geïnterpreteerd? Ook belangrijk daarbij zijn comorbiditeit en andere complicerende factoren bij het toepassen van richtlijnen. Kennis over de eerste psychologische behandelkeuze, zoals cognitieve gedragstherapie is voor een depressie, is van belang. Echter vaak gaat het niet om een enkelvoudig probleem, maar speelt er meer. Iedere patiënt is immers uniek. Zo kan het zijn dat er naast een depressie ook sprake is van angstklachten, persoonlijkheidsproblematiek, intelligentiedeficit enzovoorts. Als dat het geval is, moet je de kennis van verschillende richtlijnen bundelen en vertalen naar de specifieke kenmerken van de patiënt die tegenover je zit. De ouderenzorg is, door de vele gevallen met comorbiditeit, misschien wel de ‘personalized care’ avant la lettre.
Verder zou ik willen verkennen of gevalsbeschrijvingen in het onderwijs een brug kunnen slaan tussen wetenschap en praktijk om zo tot een wetenschappelijk gefundeerde diagnostische en therapeutische onderbouwing te komen.”
Wanneer kunnen we je in actie zien?
“Dat zal zijn bij de eerste overlegmomenten, de (erkennings)visitaties en beleidsmatige overleggen. Ik heb er enorm veel zin in en kijk erg uit naar het contact met de opleidingsdeelnemers en de samenwerking met de opleidingsmanagers en de hoofdopleiders. Dus graag tot snel!”