Wereldwijde cijfers over zelfbeschadiging variëren van 12 tot 82% binnen klinische populaties (Bresin et al. 2015). Over het aantal mensen in Nederland dat zichzelf beschadigt is nog weinig bekend. Onderzoek uit 2008 onder middelbare scholieren toont aan dat 12% van de meisjes en 8% van de jongens zichzelf het aflopen jaar beschadigde (Bun et al., ...
Wereldwijde cijfers over zelfbeschadiging variëren van 12 tot 82% binnen klinische populaties (Bresin et al. 2015). Over het aantal mensen in Nederland dat zichzelf beschadigt is nog weinig bekend. Onderzoek uit 2008 onder middelbare scholieren toont aan dat 12% van de meisjes en 8% van de jongens zichzelf het aflopen jaar beschadigde (Bun et al., 2012).
Wat brengt iemand tot zelfbeschadiging en waarom is het zo moeilijk om ermee stoppen? Wat betekent zelfbeschadiging voor een naaste? Er zijn veel mythes rondom dit gedrag: het is een verslaving, het is voor de aandacht, het is om de zin door te drijven. Wat is hiervan waar en wat niet? Bij al dit soort vragen willen we tijdens deze module met elkaar stilstaan. We belichten de verschillende kanten vanuit het perspectief van de ervaringsdeskundige en naasten en uiteraard ook vanuit een wetenschappelijke en professionele kant.
Nog niet bekend
Dag 1
Dag 2
Docente: Dr. N. Kool
Tijdens deze module komen ervaringsdeskundigen en naasten van Stichting Zelfbeschadiging aan het woord.
Begeleiding, Professionaliteit
(NS) Nascholing
5 uur
€ 510,00
Je bent SPV, praktijkondersteuner, verpleegkundige, verpleegkundig specialist, psychiatrisch verpleegkundige, maatschappelijk werker en GGZ agoog (Post-Hbo niveau) of basispsycholoog werkzaam in de huisartsenpraktijk, wijkteam, factteam of S-GGZ.