Steeds meer vraag naar krachtgerichte modellen
Het idee voor de nieuwe cursus ´Welzijnsbevordering en risicomanagement in de jeugd-forensische praktijk’ ontstond eigenlijk al een aantal jaar geleden. Toen deed Colinda namelijk haar doctoraat in het Good Lives Model (GLM) bij adolescenten. ‘Ik rondde mijn onderzoek in samenwerking met de universiteit van Leuven en Maastricht in 2022 af. In dat onderzoek onderzochten we de toepasbaarheid van het model bij adolescente delinquenten. Het model is namelijk initieel ontwikkeld voor volwassen zedendelinquenten. Nu wordt het model steeds vaker op verschillende doelgroepen toegepast. Naar het Risk-Need-Responsivity model zijn veel meer onderzoeken gedaan dan naar het Good Lives Model. De onderzoeken die waren gedaan, waren voornamelijk kwalitatief. En er is weinig onderzoek gedaan bij de jeugd. Met de jaren is dat gelukkig wat meer geworden. Ik vond het juist theoretisch gezien een mooi model dat best wel kan passen bij jongeren. Elk menselijk gedrag ontstaat uit menselijke levensbehoeften. Vanuit het idee van het Good Lives Model zijn die universeel. Ik vroeg me af of adolescenten dezelfde of andere behoeftes hebben dan volwassenen. Of dat je bijvoorbeeld met andere dingen rekening moet houden als je het model bij adolescenten toepast. Als resultaat wilde ik naast een groot, dik boek ook iets ontwikkelen waar de praktijk ook echt iets aan heeft.´

Zwaarteverschillen in levensbehoeftes
Colinda deed een scholenonderzoek, kwalitatief én kwantitatief onderzoek over de tijd heen bij adolescenten die een delict hadden gepleegd. Ze interviewde adolescenten twee weken na arrestatie, twee maanden later en nog eens drie maanden later. De belangrijkste conclusies? Colinda: ‘Over het algemeen zijn de meeste van de 11 primaire levensbehoeftes uit het Good Lives Model ook terug te vinden bij jongeren. Maar, er zijn wel wat zwaarteverschillen in vergelijking met volwassenen. Voor jongeren is bijvoorbeeld familie verbondenheid heel belangrijk. En streven naar autonomie. Behoeften die minder vaak of weinig terugkwamen waren bijvoorbeeld creativiteit, religie/spiritualiteit en de zin van het leven. Daar waren de jongeren als groep minder mee bezig. Maar het is per jongere ook heel persoonlijk natuurlijk.’

Tevredenheid over primaire behoeftes, welzijn en motivatie zorgen voor lager recidiverisico
Dit is een belangrijk inzicht voor de praktijk. ‘We zagen dat een groei in de tevredenheid van de adolescent over zijn primaire behoeftes ook zorgt voor een hoger welzijn in diezelfde periode. En een hoger welzijn heeft een positief effect op de behandelmotivatie. Met een hogere behandelmotivatie zagen we een verlaagd recidiverisico. Het belangrijkste is dat het Good Lives Model vooral holistisch kijkt. Het is een krachtgericht model. We kijken zo niet alleen naar wat er fout gaat. En dat alleen al is helpend voor professionals. Je leert kijken achter het gedrag en niet alleen kijken naar de risicofactoren. In de jeugdzorg wordt nog vaak gekeken naar het gedrag an sich en wat er misgaat. Het is goed dat er steeds meer wordt gekeken naar wat er achter het gedrag zit en hoe we de krachten van jongeren kunnen versterken. Daarom is het goed dat deze module juist nu komt. Hij sluit helemaal aan bij de beweging die de jeugdzorg maakt.’

‘Het doel van justitie is natuurlijk recidivevermindering. En met het Good Lives Model werk je aan een meer duurzame oplossing daarvoor.’

Een betere behandelrelatie
Colinda merkt in haar eigen werk meteen verschil als ze het Good Lives Model inzet. Colinda: ‘In mijn onderzoek deed ik altijd eerst het recidiverisico-interview en daarna het interview vanuit het Good Lives Model. Je merkt dan altijd dat de hele sfeer van het gesprek positief verandert. Ook met het Good Lives Model bespreek je uiteindelijk risicofactoren en delict gedrag, maar de insteek en sfeer is anders. Je vraagt veel meer uit nieuwsgierigheid: wat vind je belangrijk? Wat doe je graag? Waarom doe je dat graag? En met wie? Ik kies er daarom altijd voor om een intakegesprek vanuit de insteek van het Good Lives Model te beginnen. Je krijgt een andere houding en andere antwoorden van de jongeren. Want als je het echt vanuit een oprechte nieuwsgierigheid vragen stelt over hen als persoon, dan merken ze dat.’

Toewerken naar motivatie
Dat is het doel van het Good Lives Model. Het Risk-Need-Responsivity model gaat over het verminderen van risicofactoren die gelinkt zijn aan recidive en delinquent gedrag. ‘Met het Good Lives Model werk je ook toe naar meer motivatie. Door niet alleen naar de risico’s te kijken maar ook aandacht te hebben voor wat de jongeren graag zelf willen bereiken. Het doel van justitie is natuurlijk recidivevermindering. Zodat we de maatschappij beschermen en zorgen dat iemand niet opnieuw de fout ingaat. Met het Good Lives Model werk je aan een meer duurzame oplossing daarvoor. Je richt je op de intrinsieke motivatie van de jongere. Ik werkte ook lang in België. Daar wordt het model al vaak ingezet. Ik hoop met deze nieuwe module dat het Good Lives Model ook in Nederland meer gaat leven.’

Meer weten?
De cursus risicomanagement en welzijnsbevordering in de jeugd-forensische praktijk richt zich op de methodische begeleiding van de jongere in zowel klinische als ambulante setting. Aan het eind van de training heb je geleerd en geoefend met het integreren van het Risk-Need-Responsivity (RNR) en Good Lives Model (GLM) bij jongeren. Je leert hoe je de behoeften op alle leefgebieden volgens het Good Lives Model samen met de jongere en hun sociale context in kaart brengt. En hoe risicofactoren (vanuit het RNR) kunnen worden gelinkt aan de behoeften (vanuit het GLM) van jongeren als obstakels of kwetsbaarheden.