In dezelfde week loop ik aan tegen het verschijnsel van een Valorization Officer. Deze officier moet de maatschappelijke waarde van wetenschappelijk onderzoek versterken. Door ondernemerschap bij academici te stimuleren, start ups te ondersteunen en de verspreiding van kennis via opleiding te vergroten. “In plaats van telkens maar vervolgonderzoek te doen, zorgen dat de maatschappij er ook iets aan heeft”. Goh, wie kan daar nu op tegen zijn. Niemand toch.

Helaas zie ik bij veel onderzoekers een neiging om het gebruik van inzichten in de praktijk als non relevant te beschouwen. Vaak niet bewust hoop ik. Meer vanuit het ontbreken van focus op dat gebruik. Bovendien hoor ik vaak het argument dat iets in een onderzoeksomgeving wel aangetoond is, maar dat dat niets zegt over hoe dat in de echte wereld werkt. Dus, eerst vervolgonderzoek. En daar gaan we dan weer. Zijn we weer jaren verder.

Jan Derksen heeft al die onderzoeksgegevens wel eens dataconfetti genoemd. Het komt uit de lucht vallen, dwarrelt breed uit en uiteindelijk heb je een grote rotzooi op de grond waar je alleen van afkomt door het samen te vegen en in de container te kwakken (mijn vrije vertaling van dataconfetti).

Als ik die redenering volg komt dus uiteindelijk een hoop van het onderzoek in de afvalbak terecht. Een paar miljard euro afval per jaar. Zonde! Ik ga nog maar eens met die valorization officer praten. Wat wij als RINO Zuid kunnen met de confetti voordat het op de vloer landt.  Misschien kan daar onderzoek naar gedaan worden!