Van Amsterdam naar de BES-eilanden
Voordat Kathelijne neerstreek in het Caribisch deel van het Koninkrijk, gaf ze leiding aan grote verandertrajecten in de Nederlandse jeugdzorg. Zo stond ze aan de wieg van de nieuwe Jeugdwet in Amsterdam en leidde ze samen met haar team de fusie van Spirit en De Bascule tot de organisatie Levvel. ‘Ik ben hierheen gekomen omdat ik van betekenis wil zijn voor de mensen van de eilanden. Met mijn ervaring kan ik bijdragen aan het toegankelijk maken van zorg voor iedereen. Dat vraagt tijd, maar stap voor stap bouwen we samen verder.’

De kracht van het systeem
In haar werk zag Kathelijne steeds opnieuw hoe belangrijk de rol van het systeem is. ‘Wanneer iemand psychische problemen of een verslaving heeft, is dat nooit alleen van die persoon. Het is ook van het gezin, van de familie en van de gemeenschap eromheen. Als iemand afkickt maar daarna terugkeert in precies dezelfde situatie, liggen terugval en teleurstelling op de loer. Juist daarom moeten we meer doen met de relaties rondom de cliënt.’

Die overtuiging werd versterkt door haar ervaringen met de JIM-methodiek (Jouw Ingebrachte Mentor), waarin iemand uit de omgeving van het kind wordt betrokken als steunfiguur. ‘Dat heeft mij echt geleerd: vaak heb je een ander naast je nodig om het weer werkbaar te krijgen.’

Uitdagingen én kansen op de eilanden
De context van de BES-eilanden maakt systemisch werken volgens haar extra waardevol. Kleine gemeenschappen, sterke familiebanden en een grote rol voor kerk en buurt zorgen ervoor dat problemen vaak direct verweven zijn met het sociale weefsel. ‘We zien hier veel intergenerationele vraagstukken. Bijvoorbeeld kinderen die opgroeien met een ouder met psychische problemen of een verslaving, terwijl die ouder zelf ook in zo’n gezin is grootgebracht. Hoe doorbreek je die cirkel? Dat lukt alleen door het gesprek met het hele systeem te voeren.’

Daar komt bij dat Bonaire, Saba en Sint Eustatius veel migranten kennen uit Europees Nederland en Latijns-Amerika, elk met een eigen culturele achtergrond en geschiedenis. ‘Eigenlijk werken we als MHC al vanuit een intercultureel systemische basis, ook al noemden we het vroeger niet zo. Het is precies wat het werk van mensen als Ruth en Ariola belichaamt, en een van de redenen waarom de FACT-methodiek hier zo goed werkt.’

Professional én mens
Systemisch werken gaat ook over de professional zelf, benadrukt Kathelijne. ‘Als timmerman neem je je gereedschapskist mee, maar als professional bén je zelf de gereedschapskist. Soms komen casussen dichtbij je eigen achtergrond of familiegeschiedenis. Dat kan confronterend zijn. Het vraagt vakmanschap om neutraal én betrokken te blijven en dat is precies wat onze collega's hier zo goed kunnen.’

Bijdrage aan preventie
Het betrekken van systemen kan volgens Kathelijne ook preventief werken. ‘Wanneer je bij een cliënt meteen ook het gezin of de omgeving betrekt, zie je vaak dat broers of zussen óók worstelen. Door vroeg in te grijpen kun je grotere problemen voorkomen. Ik noem dat een circulaire blik: kijken naar het geheel en naar de duurzaamheid van je interventie.’

Zo ontstaat niet alleen rust in een gezin, maar kunnen ook intergenerationele patronen doorbroken worden. ‘Als meer professionals systemisch geschoold raken, krijgen we duurzamere interventies en meer draagvlak. We bewegen hier al voorbij de klassieke GGZ (pillen en praten) en kijken breder: waar komt een probleem vandaan, hoe kan het systeem versterkt worden en hoe leef je samen met een aandoening? Daarmee lopen we echt voor op Nederland; het betrekken van het hele systeem is hier al vanzelfsprekend onderdeel van hoe we werken. Dat is waardevol, ook voor families die leren omgaan met een psychische stoornis in hun midden.’

Minder schuld, meer verbinding
Een belangrijk voordeel is volgens haar dat systemisch werken helpt het schulddenken te verminderen. ‘Omdat gedrag circulair wordt gezien, ligt de schuld niet meer bij één persoon. Dat maakt gesprekken opener en minder hard. Uiteindelijk helpt dat ook om als samenleving vooruit te komen, want schuld en schaamte houden vaak verandering tegen.’

Hoop voor de toekomst
Kathelijne’s ambitie is duidelijk: ‘Ik hoop dat systemisch werken breder verankerd raakt binnen de zorg op de BES. We doen het in de praktijk al, ook al noemden we het misschien nog niet zo — het mag nu duidelijker zichtbaar worden, ook voor de buitenwereld. Want ook MHC is onderdeel van een groter systeem. Als we dat goed vormgeven, kunnen we samen duurzame zorg neerzetten die niet alleen individuen helpt, maar hele gemeenschappen versterkt.’