‘Voor psychologen en psychiaters is er een uitgebreid postdoctoraal opleidingsprogramma. Voor HBOV-ers en andere HBO-opgeleidenen werkzaam in de GGZ of aanverwante werkkringen (verslavingszorg, zwakzinnigenzorg e.d.) is er veel minder aanbod. Door het ontbreken van gedegen theoretische kennis aarzelt men eerder over een bepaalde aanpak en hoe lang een gekozen behandeltechniek toegepast kan worden. Vele HBO-ers voelen zich daardoor minder zeker in hun dagelijkse werkzaamheden' stelt René.
René van Schevikhoven is arts, klinisch psycholoog, psychotherapeut en docent/supervisor bij VGCt. Ook heeft hij vele jaren GZ-psychologen opgeleid en jarenlang Cognitieve Gedragstherapie onderwezen aan psychiaters in opleiding. Voor RINO Zuid verzorgt hij de module cognitief gedragstherapeutisch werker.
Grip op theorie en wetenschap
Met de cursus cognitief en gedragstherapeutisch werker krijgt men grip op de theoretische en wetenschappelijke achtergrond van de belangrijkste cognitief gedragstherapeutische behandeltechnieken. Hierdoor staat de deelnemer steviger in zijn/haar schoenen en is beter in staat om de technieken toe te passen. Dit maakt het vak interessanter, leuker en minder stressvol.
In de cursus leren aanstaande CGW-ers een duidelijke behandellijn te hanteren en zich niet door allerlei bijkomende zaken af te laten leiden (therapist-drift). René: ‘bij PTSS bijvoorbeeld is het belangrijk om gedetailleerd door te vragen op vaak heftige emoties bij de patiënt, in de praktijk zien we nog weleens dat therapeuten dit zelf lastig vinden en zich laten verleiden om uit te wijken naar minder emotionele onderwerpen.’
‘In de cursus Cognitieve Gedragstherapie voor CGW leer je op een eenvoudige maar effectieve manier te kijken naar hoe probleemgedrag wordt aangeleerd en in stand wordt gehouden en wat er nodig is om ander gedrag aan te leren. Met dit andere gedrag wordt de client minder belemmerd in het maatschappelijk en persoonlijk functioneren. Ook komt aan bod wat belangrijk is bij de belangrijkste psychiatrische ziektebeelden als fobische angsten en depressie.’
G-schema’s en exposure
Een belangrijk onderdeel van de cognitieve gedragstherapie zijn G-schema’s. Deze therapietechniek wordt gebruikt om na te gaan of de gedachten van cliënten bewijsbaar kloppen of dat deze op verkeerde gronden voor waar aan worden genomen. René licht toe: ‘Door kritisch naar de bewijsbaarheid van gedachten te kijken merken veel cliënten dat hun gedachten vaak niet kloppen, maar voortkomen uit emotioneel denken, vermoedens of overdrijving. Door gedachten beter kloppend met de werkelijkheid te (laten) maken merkt de client dat heftige emoties als angst, verdriet en afkeer verminderen of zelfs verdwijnen. Het leven wordt plezieriger en gezonder geleefd.’
Een andere zeer belangrijke behandeltechniek is exposure en responspreventie. Hierbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de opzet en uitvoering van programma’s waarbij de cliënt de confrontatie aangaat met de zaken waarvoor hij angstig of afkerig is.
Vervolg
Degenen die de cursus hebben doorlopen kunnen in een vervolgtraject verder werken aan het bekwamen in CGT-behandeltechnieken door het volgen van een supervisietraject. Ook worden er door de VGCt speciaal voor Cognitef Gedragstherapeutisch werkenden nascholingsdagen georganiseerd en kun je volwaardig lid worden van de VGCt. Hierdoor kun je in contact komen met enkele honderden collega CGW-ers. Bij hen kun je (via de sectie CGW van de VGCt) terecht voor behandeling van weinig bekende of zelfs onbekende psychiatrische problematiek.
Inzet
De cursus vraagt een behoorlijke inzet. Naast 8 cursusdagen van 6 uur dient men ook de nodige literatuur te lezen en praktijkopdrachten uit te voeren. Hierdoor ervaren cursisten zelf hoe het is om ‘aan beide zijden’ van het behandelcontact te functioneren. Mede daardoor krijgt men meer respect voor zowel cliënten als voor collega-behandelaars (en dus ook voor de eigen inzet en kennis als behandelaar).
Meer weten?
Kijk voor meer informatie en aanmelden op: https://www.rinozuid.nl/aanbod/cognitief-gedragstherapeutisch-werker