Zo’n prijs is natuurlijk een compliment voor de praktijkopleider. Zo is het ook bedoeld, maar je ziet ook dat de organisatie waar de praktijkopleiders werken zo’n prijs belangrijk vinden. Dat is ook logisch. Een praktijkopleider kan alleen maar goed functioneren als dat gebeurt in een omgeving waar opleiden belangrijk is en de praktijkopleider ruimte krijgt om daar de goede dingen in te doen. Praktijkopleiders die de prijs krijgen zeggen ook altijd dat ze het niet alleen doen, maar samen met anderen. Ja, doei! Gewoon valse bescheidenheid dacht ik, maar als ik er op doordenk is dat natuurlijk wel zo. Ik ken een meer dan uitstekende praktijkopleider die het werk moet doen in een omgeving die niet erg stabiel en stimulerend is. Zo iemand zal dus nooit de prijs krijgen. Niet omdat hij of zij het niet goed doet, maar omdat het functioneren belemmerd wordt door de organisatie. En ja, om maar weer eens een beeldspraak te nemen, “vruchtbare grond geeft mooiere bloei”. Dan wordt zo’n prijs opeens oneerlijk. Ik denk er over na om volgend jaar weer twee prijzen uit te reiken aan praktijkopleiders: een gouden POP en een sneue POP.
Voordat we de gouden POP uitreiken bel ik altijd even met de organisatie om te horen of er misschien conflicterende argumenten zijn om de prijs niet uit te reiken. Dat is nog nooit gebeurd. Ik vraag me af of ik dat ook moet doen bij de meest sneue praktijkopleider. Mmmhh ik denk het niet!