Hoe werk je goed samen in een omgeving waar protocollen en regels de boventoon voeren? Dat is de kernvraag van module 4: Samenwerken binnen detentie, die Frederik Esbach verzorgt binnen het DJI-project van RINO Zuid. Vanuit zijn bedrijf Kern Begeleiding traint en begeleidt hij zorgprofessionals in hun ontwikkeling. Bij RINO Zuid brengt hij zijn ervaring in justitie, psychiatrie en gehandicaptenzorg samen met zijn expertise als trainer, supervisor en intervisiebegeleider.
‘Ik heb jarenlang als muziektherapeut en begeleider in justitie gewerkt. Daardoor ken ik het werkveld, maar bovenal vind ik het ontzettend leuk om met professionals aan hun ontwikkeling te werken,’ vertelt Frederik. ‘Het gaat er voor mij altijd om hoe je jezelf als persoon verbindt met je beroep.’
Waarom deze module bijzonder is
Binnen het opleidingsprogramma is module 4 de enige die door alle disciplines gevolgd wordt. Dat maakt het een verbindende schakel. Toch is de inhoud niet altijd wat deelnemers in eerste instantie verwachten.
‘De eerste ronde merkte ik dat mensen teleurgesteld waren,’ zegt Frederik met een glimlach. ‘Ze hoopten op meer kennis over hoe justitie precies werkt. Maar wat ik ze eigenlijk serveerde was iets heel anders: intervisievaardigheden. Het was een beetje alsof ze naar een pizzeria gingen en ik een rijsttafel neerzette. Maar juist dát maakt de module waardevol. Het gaat niet om regels en protocollen, maar om wat er gebeurt wanneer samenwerking stroef loopt, ondanks dat alles op papier goed geregeld lijkt.’
De opbouw van de training
De module beslaat één dagdeel en is strak opgezet. Frederik: ‘Ik heb het in twee delen gesplitst. Eerst doorlopen we met de hele groep een volledige intervisieronde, zodat iedereen de stappen en spelregels ervaart. Daarna oefenen de deelnemers in kleinere opdrachten met hun eigen praktijkvoorbeelden.’
Die praktijkgerichtheid maakt het leerzaam én confronterend. Deelnemers brengen actuele samenwerkingsproblemen in – soms klein, maar vaak heel persoonlijk. ‘Bijvoorbeeld dat ene moment waarop je een mail van een collega ziet binnenkomen en denkt: o nee, daar heb je hem of haar weer. Precies dat soort situaties lenen zich perfect voor intervisie.’
Veiligheid en kwetsbaarheid
Een belangrijke voorwaarde voor deze module is het creëren van een veilige omgeving. ‘Wat hier besproken wordt, blijft hier. En er wordt niet meteen met adviezen gesmeten, hoe moeilijk dat ook is voor hulpverleners.’
Juist dat laatste is volgens Frederik cruciaal. ‘Iedereen wil meteen tips geven. Maar intervisie draait om inzoomen: wat gebeurde er precies, wat voelde jij, en wat maakt dit lastig? Pas dan kan er een nieuw inzicht ontstaan. Ik zag laatst iemand echt opgelucht de sessie verlaten, omdat er erkenning was voor hoe ingewikkeld een situatie voor haar was. Dat zijn de momenten waar ik het voor doe.’
Thema’s die raken
Hoewel intervisie altijd persoonlijk is, spelen herkenbare thema’s binnen detentie een rol. De hoge mate van geprotocolleerd werken bijvoorbeeld. ‘Je zou denken: alles ligt vast, dus samenwerking moet vanzelf gaan. Maar juist dan ontstaan er spanningen. Want hoe ga je om met de menselijke kant, met emoties, met het onverwachte? Daar gaat intervisie over.’
Een ander thema is rolopvatting. ‘Binnen justitie hoor je soms: suïcidepreventie? Dat is iets voor de medische dienst, niet voor mij als bewaker. Terwijl het juist ieders verantwoordelijkheid is om alert en betrokken te zijn. Dat soort dilemma’s zie je vaak terug in casussen.’
Wat deelnemers meenemen
Aan het eind van een sessie formuleren deelnemers altijd wat ze morgen anders gaan doen. ‘Het hoeft niet groot te zijn. Soms is het besef: dit gesprek wil ik vaker op deze manier voeren. Dat alleen al is winst.’
Voor Frederik zelf ligt de waarde in het concreet maken van de praktijk: ‘Ik hou ervan om met unieke, persoonlijke situaties te werken. Juist daarin zit de kracht van intervisie. Het gaat niet om dikke handboeken, maar om houding en vaardigheden.’
Tot slot
De kracht van module 4 zit in het samen stilstaan bij wat lastig is en samen onderzoeken hoe het anders kan. Of zoals Frederik het zegt: ‘Ook al is het maar een klein moment van inzicht of herkenning, dat kan al het verschil maken in hoe iemand naar samenwerking kijkt.’
